-
1 de mis opdragen
de mis opdragenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de mis opdragen
-
2 de mis opdragen, vieren
de mis opdragen, vieren -
3 een mis opdragen tot zekere intentie
een mis opdragen tot zekere intentieVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een mis opdragen tot zekere intentie
-
4 opdragen
3 [aanbieden als eerbewijs] dedicate4 [dragen tot het versleten is] wear out♦voorbeelden:iemand de zorg opdragen voor • put someone in charge of -
5 mis
mis1〈de〉♦voorbeelden:de mis lezen • dire la messede mis opdragen, vieren • célébrer la messenaar de mis gaan • aller à la messe————————mis21 [onjuist] faux/fausse2 [niet in orde, verkeerd] raté♦voorbeelden:je hebt het niet ver mis • tu n'es pas loin de la véritéhet liep mis • l'affaire a ratémis! • 〈m.b.t. vraag〉 faux!; 〈m.b.t. poging〉 raté!alles loopt mis • tout va de traversin niet mis te verstane bewoordingen • en termes on ne peut plus clairshet schot was mis • le coup a ratédat is lang niet mis! • ce n'est pas mal du tout! -
6 celebrate
v. vieren[ sellibreet]2 vierenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vieren2 prijzen ⇒ loven, roemen, huldigen3 opdragen♦voorbeelden: -
7 célébrer
célébrer [seeleebree]〈 werkwoord〉v1) vieren, plechtig herdenken2) voltrekken [huwelijk]3) mis opdragen4) roemen, bezingen -
8 officier
officier1 [offiesjee]〈m.〉♦voorbeelden:officier de la Légion d'honneur • officier van het Legioen van Eerofficier de la marine marchande • koopvaardijofficierofficier général • opperofficiergrand officier • grootofficierofficier subalterne • lagere officierofficier supérieur • hoofdofficierofficier de police judiciaire • opsporingsambtenaarofficier ministériel, public • (ministerieel) ambtenaar————————officier2 [offiesjee]〈 werkwoord〉1. m 2. v -
9 officiate
v. een ceremonie houden; dienst doen; fungeren als scheidsrechter (bij sport)[ əfisjie▪eet]2 officieel optreden/handelen♦voorbeelden: -
10 pontificate
v. pauselijke waardigheid bekleden; gewichtig doenpontificate11 pontificaat ⇒ het paus-zijn, (duur van een) pauselijke regering————————pontificate2 -
11 intentie
♦voorbeelden: -
12 Amt
〈o.; Amt(e)s, Ämter〉1 ambt, betrekking, functie3 bestuur, dienst ⇒ instantie; departement, ministerie5 district, kanton♦voorbeelden:ein Amt antreten • een ambt, betrekking aanvaardenim Amt bleiben, sein, stehen • in functie, dienst blijven, zijnvon Amts wegen • van ambtswege, ambtshalvedas meteorologische Amt • het meteorologisch instituutdas statistische Amt • het bureau voor de statistiek6 ein Amt (ab)halten • een gezongen mis doen, opdragen -
13 Messe
-
14 celebrant
n. celebrant, opdragen van de mis; feestvieren[ sellibrənt] -
15 officiation
n. het officeel optreden; het opdragen van de mis -
16 célébration
célébration [seeleebraasjõ]〈v.〉♦voorbeelden: -
17 lezen
1 [kennis nemen van] read2 [voorlezen] read (out/aloud)♦voorbeelden:je handschrift is niet te lezen • your (hand)writing is illegible(niet) kunnen lezen en schrijven • be (un)able to read and writelezen, schrijven en rekenen • reading, writing and arithmeticdaarover staat in het rapport niets te lezen • the report says nothing about thathet is haast niet te lezen • it's almost impossible to read〈 studenten(taal)〉 heb je er veel omheen gelezen? • have you read up (a lot) on this subject?daar heb ik kennelijk overheen gelezen • I must have overlooked ithij heeft veel gelezen • he's well-readiets vluchtig lezen • skim through somethingdie krant wordt weinig/slecht gelezen • that newspaper has a small readershiphet is leuk/pijnlijk om te lezen • it makes enjoyable/painful readingveel lezen over een schrijver/een bepaald onderwerp • read up on a writer/on a particular subjectbij het lezen • when/while readingik lees hier dat … • it says here that …uit eigen werk lezen • read (from) one's own workII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [opmaken uit, ontcijferen] make of2 [interpreteren, uitleggen] read3 [opdragen] say♦voorbeelden:er meer in lezen dan er staat • read more into something (than intended)wat lees jij uit dit woord? • what do you make of this word?iets op iemands gezicht lezen • see something from someone's face1 [zich laten lezen] read♦voorbeelden:dat boek leest lekker weg • that book is easy reading -
18 ein Amt ab halten
een gezongen mis doen, opdragen -
19 eine Messe halten
een mis doen, opdragen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский